(limericken over de Atlantische oversteek)
Over de witte wacht:
Er was eens een bootje aan ’t varen
Over Atlantische baren.
Oude mannen op wacht,
Tot diep in de nacht.
De “witte” die gaat het wel klaren!
De opper nam één brownie-toetje teveel:
Een stuurvrouw kan veel toetjes eten,
Dat hebben we gister geweten.
Ze nam er teveel,
En werd groen en geel,
De reling zal haar nooit meer vergeten!
De machinist was jarig:
Een HWTK op een zeilboot
Was zo ontroerd dat hij volschoot.
Iedereen zong hem toe,
Maar dat was niet de clou,
’t was de Bahco die men hem aanbood!
Een ongelukje in de kombuis:
Eeen kok op de woelige zeeën,
Had de piepers alvast voorgesneeën.
Maar ze vielen tot moes,
Toen wij eens pardoes
Van een grote golf afgleeën!
Een scheur in een topzeil:
Een topzeil is lastig t’ hanteren.
Je moet het voorzichtig inscheren.
Het zeil werd gesloopt,
En nu wordt er gehoopt,
Dat de bootst het nog kan repareren.
Een dwergvinvis zwemt een dag met ons mee:
Een vinvis kwam ons vergezellen,
Alsof hij wat wilde vertellen:
“Jullie zwemmen zo traag,
Met je rugvin omlaag.
Ik heb het met jullie te stellen!”
Kwartiermeester mediteert in het zonnetje:
De baas van de witte wacht-heren,
Is soms niet te localiseren.
Hij zoekt dan een plek,
Ergens op het voordek,
En gaat daar dan vaak mediteren.
Bootsman met eigen bedrijf bakt brood een koekjes:
Een hofleverancier uit het noorden,
Heeft, zo wij van veel bronnen hoorden,
Zijn bedrijf opgezegd.
Hij werd bakkersknecht.
Zijn knieperties zijn om te moorden!
Kapitein is zijn USB-stick kwijt:
Een schipper zocjht om zijn geheugen,
Maar b’trapte niemand op een leugen.
Zijn muziek-stick was zoek
Zat
Philip
===============================================
Een vliegvis aan boord van de Eendracht:
Er was eens een vliegvis Fernando,
Zwemmen dat kon hij echt zohó (duim omhoog!)
Ook vloog hij heel goed,
Zijn dood tegemoet.
Er wás eens een vliegvis Fernando.
Renée